Op het scherpst van de snede: Het eiwit staat in de wei, niet in de fabriek
Ook het najaarsgras is het groene goud. En het beste is om het vers te voeren. Via stalvoeren, weidegang of een combinatie daarvan. In deze video van ‘Op het scherpst van de snede’ vertelt melkveehouder Pieter Brouwer hoe hij dat doet. En schetst weidecoach en ruwvoerspecialist Mark de Beer bij Groeikracht waarom najaarsgras vers voeren zo goed is.
“Ik wil zoveel mogelijk vers gras in de koe krijgen”, verwoordt Pieter Brouwer zijn bedrijfsfilosofie kernachtig. Samen met zijn vrouw Yvonne hebben ze in Bunschoten Spakenburg een bedrijf met 170 koeien, 70 stuks jongvee op totaal 107 ha. De huiskavel is 27 ha, waarop Nieuw Nederlands Weiden wordt toegepast op twee platforms in combinatie met robotmelken. “Vers gras heeft altijd een hogere voederwaarde. Als je het inkuilt wordt de kwaliteit alleen maar minder. Het suiker wordt omgezet en de DVE/OEB-verhouding wordt kleiner. Met vers voeren gebeurt dat niet en heb je maximale smakelijkheid, geen conserveringsverliezen en de koe is er zeer content mee.”
Inkuilverliezen 12 tot 25%
Mark de Beer, weidecoach en ruwvoerspecialist bij Groeikracht, pleit ervoor om het najaarsgras zoveel mogelijk vers te benutten. Het probleem is namelijk dat het heel eiwitrijk én vochtig is. “Als je dat gaat inkuilen of in een baal drukt heb je veel conserveringsverliezen van 12 tot zomaar 25 procent.” Stalvoeren is volgens hem het meest efficiënt, want dan heb je zoveel mogelijk gras netto in de koe. Daar staat wel tegenover dat stalvoeren tijd en geld kost. Maar de benutting qua energie en eiwit is het hoogst. Bij weidegang is het belangrijk om dat in het najaar aan te passen bij de omstandigheden. De grasgroei loopt terug, dus de beweidingsoppervlakte moet worden vergroot. Waarbij De Beer adviseert de koeien aan de achterkant het perceel in te laten lopen en aan de voorkant er weer uit. Dan blijft het bij betreding (alleen hoefafdruk) en voorkom je vertrapping (hoef zakt door zode heen).
‘Gras dat de meelboer niet kan maken’
Brouwer haalt het hele jaar dagelijks vers gras op. Hij begint meestal al in de eerste week van april. “Dan staat er gras met een zeer hoog energiegehalte. Veel suikers en een goede DVE/OEB-verhouding. Dat is gras dat de meeste meelboeren niet kunnen maken en als ze het kunnen maken dan kun je het niet betalen.” Hij is heel duidelijk als het gaat om de economie van stalvoeren. “Het kan uit omdat we ’t het hele jaar doen en zo heel veel vers gras in de koe krijgen tot wel 2000 kilo droge stof per koe per jaar! Dat zorgt voor lage voerkosten omdat je minder en goedkoper voer hoeft aan te kopen. De DVE’s staan bij mij in de wei, die hoeven niet uit de fabriek te komen.”
Vier tips stalvoeren
De Utrechtse melkveehouder heeft tot slot de volgende praktische stalvoertips in het najaar:
- Maai aan het eind van de dag. Dan heb je 50 gram suiker meer dan ’s ochtends.
- Zorg dat je het droog voor het voerhek krijgt (bijkomend voordeel van later maaien)
- Behandel het gras met fluwelen handschoenen. Zorg dat het onbeschadigd voor het voerhek ligt zoals de koe het uit de wei zou halen.
- Zorg dat je groeitrappen hebt. Dat zorgt ervoor dat je niet wordt ingehaald door de grasgroei. Dus begin op tijd!
Groet, Projectteam Grip op Gras
Stichting Weidegang | +31 23 23 020 23 | Nieuwe Gracht 3, 2011 NB Haarlem | www.stichtingweidegang.nl |