Skip to main content

De Weideman: Graslandprofessor

Vol trots liet prof. dr. ir. Nick van Eekeren, die overigens liever gewoon aangesproken wordt met Nick, hem aan mij zien: zijn baret met aan de binnenkant zijn naam geborduurd. Een baret is een zwart hoofddeksel dat een professor op officiële gelegenheden samen met zijn toga draagt. Nick had hem nu op omdat hij ingewijd werd als buitengewoon hoogleraar in Wageningen.

En dat is wel een feestje waard! Met Nick is er eindelijk  weer een professor graslandkunde in Wageningen. De laatste was Leendert het Mannetje die zwaaide in 1996 af. Bijna 30 jaar heeft Wageningen het zonder hoogleraar graslandkunde moeten doen. Een groot gemis. Bijna een kwart van Nederland is gras. En gras is niet alleen voer voor koeien. We gaan gras nog keihard nodig hebben voor bodemkwaliteit, schoon water, broeikasgassen en biodiversiteit.

Dat zit zo: gras groeit onder de grond net zo hard als erboven en zorg zo jaarlijks voor tonnen organische stof. Je hoeft gras nooit te ploegen, zoals eenjarige gewassen. De organische stof blijft dus in de bodem en je hoeft het bodemleven niet op zijn kop te zetten. Veel organische stof plus een goed bodemleven zorgen samen voor een goede structuur. Zo kan de bodem meer water vasthouden en voedingsstoffen gedoseerd vrij laten komen, zodat er minder uitspoelt.

Als bonus is zo’n bodem ook nog weerbaarder tegen ziekten en plagen. Samen met bodemkwaliteit en organische stof maakt dit gras zelfs aantrekkelijk voor akkerbouwers in het bouwplan. Ze zijn niet voor niks dol op grasland om het te scheuren voor een gewas aardappels. Al die kwaliteiten van gras hebben we in de toekomst nog hard nodig.

Ik heb er het volste vertrouwen in dat Nick dat op de kaart gaat zetten. Maar er is meer. Gras is eigenlijk geen gewas, maar een vegetatie: een samenstelling van grassen, klavers en kruiden. En het geheel is meer dan de som van de delen. Die verschillende planten helpen elkaar als het wat moeilijker wordt. De stikstof die klavers in hun wortelknolletjes vastleggen komt ook ten goede aan het gras. Kruiden wortelen vaak veel dieper dan grassen en daarvan profiteert de hele grasmat in een droge periode. En er zijn aanwijzingen dat kruiden een positief effect hebben op de gezondheid van dieren door de hogere mineralengehalten en misschien wel een antibacteriële werking.

Productief kruidenrijk grasland is in opkomst en heeft al een vast plaats verworven in rotaties met maïs. Openstaande vraag is nog hoe we de kruiden in blijvend grasland behouden.

Genoeg werk te doen dus. Nick kan wat mij betreft daarom best nog wat extra ondersteuning krijgen. We zouden er weer een volwaardige leerstoelgroep van moeten maken, net zoals die er is voor fokkerij en veevoeding. Een belangrijke vegetatie als gras verdient dat.


We spreken elkaar,
de-Weideman-Def